CBS voorziet dat fosfaatplafond in 2025 wordt overschreden

Op basis van de prognose van het CBS zal de varkenshouderijsector het stikstofplafond voor de sector met 7% overschrijden. De rundvee- en pluimveesector blijven wel beneden het plafond dat voor deze sectoren is vastgesteld. Voor fosfaat komen zoel de varkens- als de rundvee sector boven het plafond voor 2025 uit. In de varkenssector wordt een overschrijding met 9% voorzien en in de rundveesector met 3,9%.

Minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur heeft de kwartaalrapportage van het CBS naar de Tweede Kamer gezonden. Ze wijst erop dat er in de kwartaalrapportage onzekerheden zitten omdat er nog geen definitieve cijfers bekend zijn over de hoeveelheden en samenstelling van het ruwvoer en krachtvoer bij melkvee.

Op 29 oktober stonden er bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland in het kader van de beëindigingsregelingen Lbv en Lbv-plus 1.039 verleningsbeschikkingen geregistreerd. Van deze veehouders hebben er 1.023 de modelovereenkomst ondertekend en het eerste subsidievoorschot ontvangen. Daarbij gaat het om 2.276.240 fosfaatrechten, 1.288.646 varkensrechten, 5.957.257 pluimveerechten en 89.373 vleeskalveren.

Als al deze veehouders daadwerkelijk besluiten tot beëindiging over te gaan dan komt het potentiële effect op de nationale mestproductie uit op een vermindering van 10,7 miljoen kilogram fosfaat en 29,4 miljoen kilogram stikstof. Omdat deelnemers aan Lbv en Lbv-plus tot een jaar na het onderteken van de overeenkomst de tijd hebben om hun dieren weg te doen, zal het volledige effect van de regelingen niet al in 2025 maar in de loop van de twee jaren daarna tot uiting komen in de mestproductiecijfers.

Uitgaande van een deelnamepercentage van 90% zal de mestproductie in Nederland ook op termijn 2,1 miljoen kilo boven het nationale fosfaatproductieplafond van 135,0 miljoen kilogram fosfaat uitkomen. Deze verwachte overschrijding is het gevolg van een verwachte overschrijding van het sectorale fosfaatproductieplafond voor de melkveehouderij met 2,9 miljoen kilo. De andere mestproductieplafonds, zowel nationaal als sectoraal op termijn niet overschreden worden.