Zorgen van Europese Commissie over mestplannen Nederland en over bijmengverplichting voor groen gas

In een brief uit de Europese Commissie haar zorgen over de voorstellen van de Nederlandse regering m.b.t. het mestbeleid. Ook uit ze kritiek op de Nederlandse bijmengverplichting van groen gas. Dit zou rieken naar protectionisme omdat het in strijd is met het Europese vrije verkeer van goederen.

Mestplannen
In een brief stelt de Europese Commissie aan grote zorgen te hebben over de staat van het milieu en de natuur in Nederland, en hebben ze vragen over de Nederlandse aanpak om dit te verbeteren. Centraal in het betoog staat de oproep om de veestapel te verkleinen en het gebruik van meststoffen te verlagen. De maatregelen om productierechten af te romen en stoppersregelingen worden dan ook toegejuicht.
De brief begint overigens met de constatering dat de Europese Commissie ernaar streeft om boeren en tuinders te helpen met het voorstel voor RENURE, maar dat Nederland hiervoor tegelijkertijd er meer aan moet werken om de kwaliteit van water en natuur te verbeteren. De Commissie ziet het thema mest dus duidelijk breder dan alleen de waterkwaliteit wat het primaire doel is van de Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water, ook kwaliteit van natuur is relevant en wordt meegenomen.

De commissie twijfelt zeer of met de huidige maatregelen het beoogde resultaat wordt bereikt. De relatie tussen de hoge productie en gebruik van mest en milieu en natuur wordt direct gelegd.

Concreet worden de volgende vragen gesteld:

  • Het terugbrengen van brede bufferstroken langs beekdalen in het centraal, oostelijk en zuidelijk zandgebied van 100 à 250 naar 100 meter, wat is hiervan het effect op nitraat in oppervlaktewater en op ammoniakdepositie op gevoelige natuur?
  • Het percentage ‘gasvormige verliezen uit rundveedrijfmest’ is verhoogd: dit wordt gerelateerd aan hogere ammoniakuitstoot en hogere mestaanwending. Heeft de Nederlandse overheid het effect van deze gevolgen goed in beeld en blijft Nederland hiermee onder de plafonds voor emissie van ammoniak (EU 2016/2284) en van andere gasvormige verliezen?
  • Bevorderen van export en verwerking van mest: heeft de Nederlandse overheid het gevolg hiervan voor ammoniakemissie in beeld?
  • Verlengen van uitrijdperiode: heeft Nederland de gevolgen voor nitraatuitspoeling goed onderzocht?
  • Welke maatregelen heeft genomen tegen het hogere risico op mestfraude door de aanscherpingen in bemestingsnormen?
  • Verzoek voor heroverweging Nitraatgevoelige gebieden. Op dit moment is heel Nederland als nitraatgevoelig aangewezen. Hierbij stelt de commissie de vraag welke delen van Nederland dan als ‘niet voor uitspoeling gevoelig’ zouden kunnen worden aangewezen, en ook hoe deze gebieden dan bestand zouden zijn tegen de hoge druk vanuit de veehouderij?
  • De maatregelen voor reductie van de veestapel lijken veel op de plannen van de vorige regering, waarvan de Nederlandse Raad van State heeft gezegd dat dit onvoldoende is om de mestbalans weer in evenwicht te krijgen. De commissie vraagt daarom in hoeverre Nederland denkt dat de huidige maatregelen voor krimp voldoende zijn.

De brief sluit af met het statement dat de afgesproken maatregelen uit de derogatiebeschikking en uit het huidige zevende nitraatactieplan onverminderd en in het afgesproken tempo moeten worden doorgevoerd, inclusief de voorgenomen krimp in zowel mestproductie als mestaanwending.

In een reactie schrijft minister Wiersma over deze brief dat ze uiteraard de gestelde vragen zal beantwoorden, en dat ze – zowel op ambtelijk als op politiek niveau – de dialoog blijft zoeken met de Europese Commissie, waarbij ze zal benadrukken dat Nederland zich volledig inzet om tijdig te voldoen aan gemaakte afspraken en de verplichtingen die volgen uit Europese wet- en regelgeving, de derogatiebeschikking en het Actieprogramma Nitraatrichtlijn. Maar ook schrijft ze dat ze de grote zorgen in de Nederlandse landbouw over de gevolgen van deze maatregelen zal benadrukken. Daarom zal ze blijven inzetten op een nieuwe derogatie vanaf 2026 en op een herziening van de Nitraatrichtlijn (waar het maximum van 170 kg stikstof uit dierlijke mest in staat).

Daarnaast blijft Nederland zich inzetten voor het zo spoedig mogelijk aannemen van het voorstel voor de toelating van RENURE. Het voorstel staat geagendeerd voor bespreking in het Nitraatcomité van 12 december aanstaande. De verwachting van de minister is dat dan nog niet overgegaan zal worden tot stemming over het voorstel.

Kritiek op bijmengverplichting groen gas
BNR schrijft over een ander relevant onderwerp: de verplichte bijmenging van groen gas. Volgens deze regel moeten energieleveranciers vanaf 2026 groen gas gaan bijmengen in het aardgasnet. In het Nederlandse wetsvoorstel, de 'Jaarverplichting groen gas', telt alleen binnenlands geproduceerd biogas mee in de nieuwe Nederlandse productiedoelstellingen. Volgens de Europese Commissie is deze eis in strijd met EU-wetgeving, omdat het indirect beperkingen oplegt aan de import van groen gas uit andere EU-landen.
Nederland zou niet het enige land zijn, want ook Frankrijk en Denemarken hebben een vergelijkbare verplichting ingesteld. Zij kregen daarentegen geen reactie van de Commissie, omdat ze de Commissie niet op de hoogte hadden gesteld. Volgens EU-wetgeving zijn deze landen hier wel toe verplicht.

Auteur: Jan Roefs
Bron: Ministerie LNV, BNR, NOS
Publicatie: 29-11-2024