Vlaamse Pluimveehouders willen andere beoordeling voor reinigingswater in mestwetgeving
Reinigingswater van pluimveestallen wordt in Vlaanderen tot op heden nog steeds gecategoriseerd als dierlijke mest en wordt aanzien als een type 2-meststof waarvoor een laag stikstofattest niet mogelijk is. Door de regelgeving, gekoppeld aan type 2-meststoffen, geldt er een uitrijverbod in bepaalde periodes die in het nieuwe Mestactieplan MAP6 nog verlengd zijn. Het betekent dat pluimveehouders een periode voor opvang moeten kunnen overbruggen die kan oplopen tot 6,5 maanden. Volgens de pluimveehoudersorganisaties is dat onrealistisch, zeker voor vleeskuikenhouders of opfokbedrijven, en is het ook met oog op de bedrijfshygiëne niet wenselijk.
Reinigingswater bevat minder dan 0,6 kilo stikstof per ton en de stikstof is daarbij bovendien traagwerkend. De Landsbond Pluimvee heeft het dossier opnieuw aangekaart bij de Vlaamse Mestbank met de vraag of reinigingswater anders gedefinieerd kan worden. Samen met het ABS en de Boerenbond zijn de gesprekken hiervoor lopende en wordt er getracht op korte tijd de nodige en logische versoepelingen te bekomen.
Bron:
Landsbond Pluimvee, 18/09/2019
Publicatie: 20-09-2019