Vlaamse stikstofdepositie daalt met 10% door nieuwe berekeningsmethode

De achtergronddepositie van stikstofverbindingen in Vlaanderen neemt met 10% af omdat de rekenmethode is aangepast op basis van nieuw wetenschappelijk inzicht. Tegelijk werden veel stikstofnormen voor natuurgebieden strenger. Volgens minister Brouns van Omgeving en Landbouw heffen beide effecten elkaar grotendeels op. De impact van de wijzigingen voor de Vlaamse veehouderij blijft daardoor over het algemeen beperkt, maar voor een kleine groep bedrijven kan de herberekening wel gevolgen hebben.

In de nieuwe Vlaamse rekenmethodiek telt organische stikstof voortaan niet langer mee. Die fractie werd jarenlang verondersteld op 2,1 kilogram stikstof per hectare per jaar, op basis van een studie uit 2008. Maar die bijtelling werd ter discussie gesteld vanwege wetenschappelijke onzekerheid. Onder meer Nederland en de Verenigde Naties nemen organische stikstof evenmin mee in hun normen.


De Vlaamse overheid nam daarom na consultatie van de kennisinstituten INBO, ANB en VITO het besluit om deze component uit de berekening te schrappen. Nu bestaat de stikstofdepositie alleen nog uit anorganische fractie, wat leidt tot een daling van de gemiddelde depositiewaarden van 20,7 kilo naar 18,6 kilo stikstof per hectare per jaar.


Tegelijk werden ook de kritische depositiewaarden bijgesteld. Dat is een wetenschappelijk bepaalde drempelwaarde die een indicatie aangeeft hoeveel stikstof een bepaald natuurlijk ecosysteem of habitattype via aanvoer uit de lucht maximaal kan verdragen, zonder dat daarbij de natuurlijke processen significant worden aangetast. Afhankelijk van de gevoeligheid heeft elk habitattype een eigen kritische depositiewaarde. De waarden zijn aangepast, in lijn met een advies van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek uit 2024. Hierdoor geldt voor 42 van de 74 habitattypes een lagere kritische depositiewaarde.


Om de impact van een veehouderij op de omliggende natuur te bepalen, wordt de stikstofuitstoot omgerekend naar depositie. Aan de hand van die depositie wordt berekend hoeveel een project procentueel bijdraagt aan de kritische depositiewaarde van het gevoeligste nabijgelegen habitattype. Dit is de impactscore. Met een impactscore onder de drempel van 0,025% is een vergunning van onbepaalde duur vrijwel meteen mogelijk. Boven die grens wordt het dossier complexer.

Bron: VILT, 04/08/2025
Publicatie: 08-08-2025