Uitbreiding in pocketvergisters in Vlaanderen moet nog op gang komen
Vlaanderen verwerkt jaarlijks meer dan 3 miljoen ton organische stromen, afkomstig van de landbouw, voedingsindustrie, huishoudens en waterzuivering, via anaerobe vergisting. Daarbij wordt biogas geproduceerd dat onder meer wordt benut in een warmtekrachtkoppeling, wat resulteert in de terugwinning van zowel groene stroom als groene warmte.
In 2024 waren er in Vlaanderen 143 grote en kleinschalige biogasinstallaties die samen 767 gigawattuur aan groene elektriciteit en 891 gigawattuur aan groene warmte opwekten. De Vlaamse biogassector voorziet zo respectievelijk 6% en 9% van de groene elektriciteit en warmte in Vlaanderen. Dat aandeel is de laatste jaren vrij stabiel. De vergistingsinstallaties op landbouwbedrijven, spelen een bescheiden rol in groene elektriciteits- en warmteopwekking met respectievelijk 6 gigawattuur en 14 gigawattuur.
In het Vlaamse Energie- en Klimaatplan wordt uitgegaan van 500 tot 700 pocketvergisters tegen 2030 in vergelijking met 2022, met in 2025 en 2026 telkens 60 tot 90 extra installaties. Dat doel is nog ver uit het zicht. Het aantal pocketvergisters schommelt al jaren rond de 58. Dat komt vooral doordat er weinig vergunningen werden verleend. Ook de komende jaren zal daarin nog weinig veranderen. Op de iets langere termijn zijn er wel een aantal signalen die tot extra nieuwe installaties zouden kunnen leiden.
Het Europees Nitraatcomité keurde enkele weken terug het voorstel rond Renure-meststoffen goed, waardoor de officiële erkenning ervan als kunstmestvervanger een stap dichter komt. Ook het pleidooi van minister Brouns om de bouw van pocketvergisters vrij te stellen van vergunningsplicht zou positief kunnen werken. Verder is bij het wetenschappelijk comité Luchtemissies Veehouderij een dossier ingediend om pocketvergisting in combinatie met stripping-scrubbing te erkennen als ammoniakemissiereducerende maatregel. Als dat gebeurt, zou dat een impuls aan investeringen in boerderijvergisters kunnen geven.