Boete voor overschrijden van gebruiksnormen blijft in stand

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft een boete die aan een melkveebedrijf werd opgelegd vanwege het overschrijden van de gebruiksnormen in 2017 grotendeels in stand gelaten. Het bedrijf meent dat de eindvoorraad van vaste rundveemest niet juist is vastgesteld en dat een voorraad van 110 ton over het hoofd is gezien. Het rechtscollege oordeelde op maandag 30 juni dat het bedrijf dat met de overgelegde luchtfoto’s en verklaringen van derden niet voldoende aannemelijk kan maken. 

Wanneer er van een grotere mestvoorraad moet worden uitgegaan dan het bedrijf eerder zelf heeft opgegeven, dan moet een bedrijf  dat met objectieve gegevens onderbouwen. De eindvoorraad van 2017 werd vastgesteld op 444 ton vaste rundveemest. Dat had volgens het bedrijf 555 ton vaste mest moeten zijn. Een hoeveelheid vaste mest van 111 ton die elders lag opgeslagen is volgens de melkveehouder niet meegeteld.


Dat er extra mest lag opslagen heeft het bedrijf pogen aan te tonen met luchtfoto’s van onder meer 7 november 2017 en 8 januari 2018 en uit verklaringen van derden. Volgens de toezichthouder werd daarmee onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake was van een extra opslag van 111 ton vaste mest. 


Op 30 januari 2018 hebben de toezichthouders een bedrijfsbezoek afgelegd en daarbij de mestvoorraad van het bedrijf opgemeten. Een dag later heeft het bedrijf een overzicht ontvangen van de opgemeten mestvoorraad, waaronder de voorraad vaste mest, uitgesplitst naar locatie. Daarbij werd de voorraad vastgesteld op 492,51 ton. Na berekening van de mestproductie van de op het bedrijf aanwezige runderen vanaf 1 januari werd de voorraad op 31 december 2017 becijferd op 443,5 ton.


Het bedrijf heeft na de ontvangst van dit overzicht niet bij de minister gemeld dat een deel van de voorraad vaste mest ontbrak. Daar komt bij dat de vennootschap zelf in het bemestingsplan van 31 januari 2018 een vergelijkbare hoeveelheid heeft opgegeven, namelijk een eindvoorraad vaste mest van 450 ton in 2017. Volgens de rechter zijn de luchtfoto’s niet voldoende duidelijk om aannemelijk te maken dat er 111 ton extra mest in voorraad lag. Ook is niet met zekerheid vast te stellen wanneer deze werden genomen.


Meer informatie is te vinden in de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven, 30/06/2025
Publicatie: 10-07-2025