'CBS overschat varkens- en pluimveemestproductie in kwartaalprognose'

De voorlopige cijfers over de fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest op basis van het eerste kwartaal van 2025 die het CBS heeft becijferd geven vermoedelijk een vertekend beeld van de daadwerkelijke mestproductie. Voor rundvee zijn beschikbare cijfers over de aantallen dieren op 1 april 2025 gebruikt. Voor de andere diercategorieën golden de aantallen van peildatum 1 april 2024 als uitgangspunt. Dat geeft vooral voor de productie van pluimvee en varkensmest een vertekend beeld.

Dat de prognose voor de varkenshouderij en pluimveehouderij op basis van het eerste kwartaal zo hoog uitvallen, komt omdat er gebruik is gemaakt van de dieraantallen van 1 april 2024. Volgens een woordvoerder van het CBS waren de cijfers over de voorlopige dieraantallen van 1 april 2025 pas twee weken na het maken van de prognose van de fosfaat- en stikstofuitscheiding bekend. Bij de volgende kwartaalberekening wordt dan wel rekening gehouden met de lagere dieraantallen.


Concreet betekent het dat bij de prognose van het eerste kwartaal nog weinig rekening is gehouden met het effect van de varkenshouders die deelnemen aan de Landelijke beëindigingsregelingen veehouderijlocaties Lbv en Lbv-plus. Voor de pluimveesector geldt hetzelfde. Ook voor pluimvee geldt dat de werkelijke productie vermoedelijk behoorlijk lager zal liggen dan nu door het CBS is geraamd door de bedrijven die hun productie beëindigen in het kader van de Lbv-regelingen.

Bron: Nieuwe Oogst, 09/07/2025
Publicatie: 10-07-2025