Onderzoek naar alternatieven voor traditionele mest en kunstmest

Veehouders staan voor uitdagingen door een overschot aan dierlijke mest en strengere regelgeving, zoals de afbouw van de derogatie. Dit maakt het moeilijker om mest kwijt te kunnen, terwijl het aantal veehouderijbedrijven afneemt, wat in de toekomst zelfs kan leiden tot tekorten aan bepaalde meststoffen. In deze veranderende realiteit wordt het belangrijk om alternatieven te vinden voor traditionele mest en kunstmest. Het KNAP-project is hierop gericht.

KNAP staat voor 'Kringloopsluiting van nutriënten uit afvalwater en proceswater'. Dit project is begin 2023 gestart, met steun van 46 organisaties die actief zijn in en rond de agrarische sector, zoals veehouders, waterschappen, kennisinstellingen, overheden, en bedrijven uit de water- en voedingsmiddelentechnologie. Het project wordt gecoördineerd door Wageningen University & Research, KWR, LeAF en het Nutrient Platform.


Sinds de start van het project zijn er veelbelovende veldproeven uitgevoerd met meststoffen die uit afvalwater worden teruggewonnen, zoals ammoniumsulfaat uit rioolwater, korrels uit verbrand slib-as en aerobe biomassa uit de proceswaterzuivering van de voedingsindustrie. Ook het gebruik van menselijke urine als meststof blijkt verrassend effectief. In proeven in Lelystad leverde het 20% meer opbrengst op dan traditionele kunstmest.


Uiteindelijk is het doel om nieuwe meststoffen te ontwikkelen die kunnen worden toegelaten onder de Europese meststoffenwetgeving, iets wat al is gelukt voor een mestkorrel op basis van slibas. Er zijn ook uitdagingen. De veiligheid van circulaire meststoffen moet gegarandeerd zijn: verontreinigingen moeten uit afvalwater worden gehaald voordat het op het land mag. Dat vraagt technische innovaties, maar ook maatschappelijke acceptatie.

Bron: Eurofins Agro, 02/06/2025
Publicatie: 02-06-2025