Tweede Kamer positief over RENURE maar terughoudend over mestexport

Tijdens het debat is een aantal moties ingediend:

Kamerlid Kostic (Partij van de Dieren) verzoekt de minister in motie 587 om op korte termijn een plan te ontwikkelen dat de mestproductie fors doet verminderen als blijkt dat onvoldoende boeren meedoen aan de huidige vrijwillige opkoopregelingen en er nog een mestoverschot blijft.

Daarentegen verzoeken Kamerleden Van de Plas (BBB) en Flach (SGP) in motie 588 juist dat de voedselproductie moet worden zekergesteld. Niet  alleen ReArm Europe maar ook ReFarm Europe.

Kamerlid Bromet (Groen Links-PvdA) verzoekt de minister in motie 589 om een afbouwpad voor kunstmest op te stellen.

In motie 591 vraagt Kamerlid Grinwis (Christenunie) met een aantal andere Kamerleden om met spoed om voor de melkveehouderij een gerichte extensiveringsregeling met krimp van de veestapel uit te werken.

Kamerlid Holman (NSC) stelde in motie 592, ingediend met meerdere andere Kamerleden, dat mestexport en mestverbranding een verspilling van waardevolle nutriënten betekent. Dit betekent dat de minister zich moet richten op een mestverwerking die zich zo veel als mogelijk moet richten op een grondgebonden en in Nederland gesloten mestmarkt, met gebruik van RENURE en andere meststoffen.

In motie 593 vragen Kamerleden Vedder (CDA), Grinwis en Flach de minister om voor de akkerbouw doelsturing op te nemen in het achtste Nitraatactieplan en hier voldoende middelen voor te reserveren.

Op 1 april wordt over de moties gestemd.

Het verslag van het tweeminutendebat, waarin ook andere onderwerpen aan bod kwamen vindt u via deze link. Het eerste deel ging over het mestbeleid.