Onderzoek naar effecten van bemesting op bodemleven en stikstofkringloop

In opdracht van de drie Noordelijke provincies en in samenwerking met FrieslandCampina heeft Bioclear earth een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van bemesting op het bodemleven bij melkveebedrijven. Er zijn vier manieren van bemesting onderzocht: drijfmest met zodebemesting, drijfmest bovengronds, digestaat uit monomestvergisters met zodebemesting en vaste mest bovengronds. 

De resultaten van het onderzoek zijn veelbelovend: de manier van bemesting lijkt van invloed op de kwaliteit van het bodemleven. Zodebemesting blijkt vaak niet gunstig uit te pakken voor het bodemleven. Bodems die bovengronds worden bemest bleken in dit onderzoek vaak beter te scoren op de bodembiologie. Ook de rode wormen gedijen beter bij bovengrondse bemesting.


Bovengronds bemesten stimuleert de groei van schimmels en bacteriën die goed zijn voor gewasontwikkeling, plantgezondheid en de weerbaarheid tegen droogte. Gedurende het hele groeiseizoen is het aandeel van deze micro-organismen bij bovengrondse bemesting hoger dan bij zodebemesting. In het licht van toenemende droogteperiodes zijn deze soorten essentieel voor boeren die zich aan willen passen aan het veranderende klimaat, stellen de onderzoekers.


Bovendien bevordert bovengronds bemesten de populatie rode wormen in de bodem, die helpen bij het vrijmaken van voedingsstoffen en het verbeteren van de bodemstructuur. Ook dienen deze wormen als belangrijke voedselbron voor weidevogels. Bij het bovengronds verspreiden van drijfmest of vaste mest wordt de bodem beter benut om stikstof vast te leggen en daardoor is minder kunstmest nodig.


Er is door BioClear earth een glossy opgesteld met nadere informatie over het uitgevoerde onderzoek. 

Bron: Provincie Friesland, 22/10/2024
Publicatie: 23-10-2024