Positieve resultaten experiment biologisch aanzuren
Bij biologisch aanzuren worden gemakkelijk afbreekbare suikers (in dit experiment melasse) aan mest toegevoegd. De bacteriën in de mest zetten de suikers om in organische zuren, wat leidt tot een daling van de zuurgraad (pH). Dit proces is vergelijkbaar met het inkuilen van mais of het maken van zuurkool. Door de pH onder de 6 te brengen, worden bacteriën die methaan vormen geremd. De broeikasgasemissies uit mest zullen daarom lager worden. Het proces helpt ook om ammoniakemissies te verminderen, omdat bij een lagere pH het evenwicht tussen ammonium en ammoniak verschuift.
Experiment
Dit onderzoek richtte zich op de praktische haalbaarheid van biologisch aanzuren in de mestkelder op een melkveebedrijf van ongeveer honderd koeien in Someren. Twee mestkelders werden gebruikt: de kleinere kelder werd biologisch aangezuurd met melasse, terwijl de grotere kelder diende als controle. Gedurende de proef bleef de stal volledig in bedrijf, wat de toepasbaarheid van de techniek onder normale omstandigheden illustreert.
De mestmonsters werden geanalyseerd op nutriëntensamenstelling en het biogaspotentieel. Zie voor de details het bijgevoegde rapport.
Resultaten
De pH in de aangezuurde kelder daalde in 13 dagen van 8,1 naar 5,5 en stabiliseerde vervolgens op 4,7. Na 9 weken steeg de pH weer naar 6,0. Doordat de mestkelder steeds voller kwam met verse mest is er uiteindelijk maar 3,8% melasse gebruikt tijdens de proef.
De aangezuurde mestkelder leverde na de proef een biogasopbrengst die 43% hoger lag dan in de controlekelder. De toegevoegde melasse gaf daarnaast een biogasopbrengst; de economische waarde van de extra biogasopbrengst was ruim het dubbele van de kosten van de melasse. De onderzoekers geven overigens aan dat het zeker de moeite waard is om te zoeken naar goedkopere alternatieven voor melasse.
Biogaspotentieel van controle en biologisch aangezuurde mest en het toegevoegde co-substraat
Het biologisch aanzuren zorgt ervoor dat fosfaat voor een deel in oplossing gaat. Dit werd duidelijk in de samenstelling na mestscheiding: waar bij de referentie 19% van de fosfaat in de dunne fractie zat was dat bij de biologisch aangezuurde mest 61%.
In de praktijk biedt dit het voordeel om meer organische stof uit een dikke fractie aan te voeren binnen de fosfaatbemestingsruimte. Daar staat tegenover dat het gebruik van de dunne fractie kleiner wordt, omdat de fosfaatnorm beperkend kan worden. Ook is het een nadeel als men via dikke fractie fosfaat wil exporteren om aan de mestverwerkingsplicht te voldoen. Wat het zwaarst weegt zal per situatie verschillen.
Aandeel stikstof, fosfaat en kalium in de dunne fractie van de controlebehandeling en de biologisch aangezuurde mest
Concluderend:
Deze ervaring met biologisch aanzuren laat zien dat het een perspectiefvolle maatregel is omdat:
- de gasvormige verliezen naar het milieu lagerworden, zowel broeikasgassen als ammoniak
- er fors hogere biogasopbrengsten mogelijk zijn
- de bemestende waarde van de mest hoger wordt
- dit een maatregel is die zonder grote investeringen kan worden uitgevoerd
Als u meer informatie wilt over dit onderzoek kunt u contact opnemen met Jan Meiresonne van HAS Green Academy.