Nitraat op derogatiebedrijven in 2023 gedaald
Gemiddeld op of onder de norm in alle regio's
Sinds 2017 was de nitraatconcentratie in Nederland fors gestegen. Met name in de zuidelijke en oostelijke zandgebieden (de zandregio waar de derogatie 230 kg N per hectare was) kwam deze daardoor met gemiddeld 67 mg/l in 2021 boven de norm van 50 mg nitraat per liter. In 2022 en 2023 daalde deze echter weer naar circa 50 mg/l. In de Lössregio daalde de concentratie licht naar 43 mg/l in 2022.
In het noordelijk zandgebied is de nitraatconcentratie in 2023 juist wat gestegen naar 26 mg/l in 2023; dit bleef echter ruim onder de norm. In de klei- en veenregio worden met respectievelijk 17 en 10 mg/l de laagste concentraties gemeten.
Ondanks dat het gemiddelde per regio op of onder de norm kan dat bij individuele bedrijven anders liggen. In 'Zand 230' was dit bij 43 procent van de bedrijven het geval en in de Lössregio bij 41 procent van de bedrijven. Bij 'Zand 250', klei en veen had respectievelijk 10, 7 en 2 procent van de bedrijven een gemiddelde concentratie boven de norm.
Belangrijkste reden voor de verschillen in nitraatgehaltes is het weer. Bij een droge zomer wordt er minder stikstof opgenomen en vindt er ook minder denitrifcatie plaats. Denitrificatie is het omzetten van nitraat (NO3-) naar stikstofgas (N2). Ook is er minder water in de grond aanwezig, waardoor de concentraties automatisch hoger worden.
Gemiddeld nitraatgehalte in het grondwater (wortelzone) per regio 2007-2023
Bodemoverschot stikstof wel gestegen
In tegenstelling tot het dalende nitraatgehalte, en ondanks dat de bemesting op een gelijk niveau lag, is het stikstofoverschot gemiddeld gestegen: van 150 kg stikstof per hectare in 2021 naar 171 kg N/ha in 2022. Het overschot is het verschil tussen de aanvoer (bemesting, depositie, mineralisatie uit de bodem e.d.) en de afvoer (oogst gewassen) per hectare.
De veenregio, waar juist de laagste nitraatgehaltes worden gemeten, realiseert het hoogste stikstofoverschot naar de bodem (200 kg per ha). De aanvoer van stikstof via mineralisatie heeft hierin een grote invloed ten opzichte van de overige grondsoortregio’s. De Lössregio realiseert met 130 kg stikstof per hectare het laagste overschot naar de bodem.
Lagere grasopbrengsten in 2022 zijn een belangrijke reden voor de gestegen bodemoverschotten. In 2022 was dit 8,6 ton per hectare, en dat is 2,5 ton lager dan in 2021. Hiermee daalde de stikstof- en fosforopbrengst van grasland uiteraard ook. De stikstofopbrengst bedroeg 234 kg per hectare en de fosforopbrengst kwam uit op 25 kg per hectare. Beide liggen fors onder het langjarig gemiddelde van 262 kg stikstof per hectare en 35 kg fosfor per hectare. De snijmaisopbrengst was in 2022 17,8 ton droge stof per hectare, 1 ton hoger dan in 2021 en het langjarig gemiddelde.
Het fosfaatoverschot naar de bodem steeg met 20 kg naar 16 kg per hectare in 2022 ten opzichte van 2021. Het langjarig gemiddelde is 9 kg fosfaat per hectare.