Sporen van gewasbeschermingsmiddelen in mest van koeien

Onderzoekers van het Louis Bolk Instituut hebben op 18 melkveebedrijven verse mest van vier koeien verzameld. De bemonstering vond half januari plaats. Omdat de mest vers is opgevangen en niet van de vloer of uit de mestput is gehaald, zal de mest goed vergelijkbaar zijn met mest die tijdens het weideseizoen uitgescheiden wordt. De mestmonsters zijn onderzocht op de aanwezigheid van werkzame stoffen, glyfosaat en metabolieten van bestrijdingsmiddelen. In alle mestmonsters zijn sporen van werkzame stoffen aangetroffen. Ook in de mestmonsters van 6 deelnemende biologische bedrijven

De werkzame stoffen zijn mogelijk niet door het melkveebedrijf zelf als gewasbeschermingsmiddel ingezet, maar kunnen het bedrijf binnenkomen via de aankoop van krachtvoer of bijproducten, stellen de onderzoekers. De aangetroffen werkzame stoffen waren zowel insecticiden als fungiciden en herbiciden. Omdat er geen analyses zijn gedaan van voedermiddelen is niet duidelijk aan te geven wat de herkomst van de werkzame stoffen in de mest is, maar de kans is groot dat deze met name afkomstig zijn van verschillende grondstoffen in het basisrantsoen.


De onderzoekers denken dat ondanks de relatief lage concentraties van insecticiden en andere stoffen in de mest, er wel een effect kan zijn op de  overlevings- en voortplantingskansen van insecten. Het is zinvol om meer onderzoek te doen om de herkomst van de aangetroffen werkzame stoffen in mest te achterhalen door behalve analyses van de betreffende stoffen in mest ook meer analyses van verschillende voedermiddelen uit te voeren. Daarbij zijn bijproducten en eiwitrijke voeders  mogelijk het meest relevant. Wat betreft residuen van glyfosaat die in mest worden gevonden is het van belang om ook te kijken naar het ruwvoer.


Meer informatie is te vinden in het rapport 'Verkenning residuen van gewasbeschermingsmiddelen in (weide)mest' van het Louis Bolk Instituut.

Bron: Louis Bolk Instituut, november 2023
Publicatie: 23-11-2023