Jaap Uenk zet kanttekeningen bij ambities rond groen gas uit mest
Het kabinet streeft voor 2030 naar 1,6 miljard m3 groen gas met mest als belangrijke grondstof. Het Nederlands Centrum voor Mestverwaarding becijfert dat in 2030 afhankelijk van de biogasopbrengst, 35 tot 45 miljoen ton mest vergist moet worden. In de Klimaat en Energieverkenning 2023 wordt geschat dat 30% van alle drijfmest in 2030 wordt vergist.
Co-producten zijn erg belangrijk voor het halen van de doelstelling van 2030. Circa 83% van de huidige gasopbrengst bij covergisting is afkomstig uit co-producten en slechts 17% uit mest. De beschikbaarheid van voldoende co-producten kan een knelpunt te worden. Een aanzienlijk deel van de aanwezige co-producten wordt al benut. Het telen van specifieke energiegewassen of extra import zou hierin kunnen voorzien.
Voor grote industriële groen gas-installaties willen kapitaalkrachtige energieleveranciers zekerheid over de aanvoer van grondstoffen en langjarig mest contracteren. Er is nu met de afbouw van de derogatie nog wel genoeg aanbod van mest, maar onzeker is of dit op termijn ook nog zo is, stelt Uenk. Een meer circulaire, grondgebonden melkveehouderij en opkoopregelingen zorgen voor minder mest.
Co-vergisting draagt bovendien niet bij aan het doel om het mineralenoverschot in Nederland te verlagen. Wanneer meer dan 50% mest wordt verwerkt in een co-vergister dan dient al het digestaat als dierlijke meststof afgezet te worden. Er is volgens Uenk daarom meer inzicht nodig in hoeveel mest en co-producten, waar en hoe beschikbaar kunnen komen voor de productie van groen gas.