CBb laat boete voor exporteur van pluimveemest in stand

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) laat ook bij behandeling in hoger beroep een boete in stand van 1.800 euro die een exporteur van pluimveemest kreeg opgelegd. Eerder had ook de rechtbank Overijssel het bewaar van de ondernemer ongegrond verklaard. De transporteur stelde dat het door de minister gehanteerde meldsysteem in de praktijk niet uitvoerbaar is voor grote vervoersbedrijven.
Op 20 januari 2016 voerden toezichthouders van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een controle uit bij 2 volgens het Digitaal Dossier geplande transporten van onbewerkte pluimveemest voor de export. De vervoersgegevens met behulp van AGR en GPS bleken niet op de juiste manier vastgelegd. De boete daarvoor bedraagt 300 euro per overtreding. Daarnaast waren de Vervoersbewijzen Dierlijke Mest niet naar waarheid opgemaakt. Ook hier bedraagt de boete 300 euro per overtreding. Verder was de melding van het daadwerkelijke transport niet naar waarheid gedaan. Daar staat een boete van 200 euro voor. In totaal bedroeg de boete voor het bedrijf 1.800 euro.

De transporteur stelde dat het door de minister gehanteerde meldsysteem in de praktijk niet uitvoerbaar is voor grote vervoersbedrijven. De in het systeem ingevoerde gegevens kunnen tot uiterlijk 12 uur voordat de mest daadwerkelijk wordt geladen, worden gewijzigd. Dit heeft tot gevolg dat onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld in het geval van vertraging door files tijdens de rit naar de laadplaats, niet kan worden voorkomen dat de feitelijke situatie afwijkt van de vooraf ingevoerde gegevens. Het meldsysteem houdt daar volgens hem geen rekening mee.

Zie voor meer informatie de uitspraak van het CBb.
Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven, 03/05/2019
Publicatie: 08-05-2019