Grootschalige insectenkweek op mest is goed mogelijk

Een team van wetenschappers onder leiding van prof. dr. Leo Beukeboom van de Rijksuniversiteit Groningen deed onderzoek naar de geschiktheid van mest als voedingsbodem voor de kweek van insecten, die een hoogwaardige eiwitbron zijn voor mens en dier. Het gebruik van kippen- en varkensmest blijkt een goedkope en duurzame manier om eiwitten te produceren en levert ook nog eens een circulaire bijdrage aan het mestprobleem.

In het project werkten onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen, de Vrije Universiteit Amsterdam en Wageningen University & Research samen met een bedrijf om te experimenteren met de kweek van vliegenlarven op mest. Het ging om massakweek met een productie van meer dan 3.500 kilo larven per dag.


Het onderzoek wees uit dat grootschalige insectenkweek op mest mogelijk is. De kweek is daarbij nog verder te optimaliseren door verschillende factoren te variëren. Het kweken kan zowel op kippen- als varkensmest. De onderzoekers experimenteerden vooral met kippenmest, maar er zijn indicaties dat varkensmest misschien nog beter geschikt is.


Wageningse wetenschappers onderzochten de voedingswaarde van de mest voor de larven. Ze ontdekten dat de larven beter groeien als er circa 15% zetmeel aan de mest wordt toegevoegd. Ook de kweektemperatuur bleek een belangrijke factor. Er is geëxperimenteerd met verschillende temperaturen, en 32 graden bleek optimaal.


De Amsterdamse wetenschappers ontdekten dat de vliegen zijn te veredelen. Het is mogelijk om vliegen selecteren die het beter doen met bijvoorbeeld extra suiker of vet. Zo zijn specifieke lijnen te kweken voor bepaalde typen substraat.

Bron: Rijksuniversiteit Groningen, 27/02/2023
Publicatie: 27-02-2023