Voortgang kunstmestvervangers (RENURE)

Kunstmestvervangers (RENURE) kunnen een belangrijke rol spelen om te komen tot kringlooplandbouw: circulair, landbouwkundig waardevol en met lage verliezen naar het milieu. Zowel de Nederlandse overheid als het agrarische bedrijfsleven zien het belang van deze meststoffen en vinden het erg belangrijk dat dit zo snel mogelijk breed wordt toegepast. In dit artikel praten wij u bij over de voortgang om te komen tot introductie in Nederland.

Wat zijn kunstmestvervangers (RENURE)?
Kunstmestvervangers zijn stikstofhoudende meststoffen die worden gewonnen uit dierlijke mest en die qua werkzaamheid voor het gewas en qua nitraatuitspoeling vergelijkbaar zijn met minerale kunstmest (Haber-Bosch (bijv. kalkammonsalpeter)). De voorwaarden waar deze mestfracties aan moeten voldoen zijn bepaald in het Europese onderzoek SAFEMANURE. In die studie is ook de term RENURE geïntroduceerd: Recovered Nitrogen from Manure (teruggewonnen stikstof uit mest).
In de bemesting van gewassen (gebruiksnormen) zullen deze meststoffen kunnen worden gebruikt als ware het kunstmest.



In SAFEMANURE zijn de criteria dus bepaald waar de meststoffen aan moeten voldoen. Klik hier voor een uitgebreid artikel over deze criteria. Bij dit artikel is het volledige rapport van SAFEMANURE bijgevoegd.

In het kort gaat het erom dat de stikstof in de mest voor het overgrote deel anorganisch van aard moet zijn. Ook moet het gehalte aan de zware metalen koper en zink laag genoeg zijn.
Daarnaast wordt er het een en ander geëist ten aanzien van de productie van deze meststoffen: ze moeten worden geproduceerd via een vorm van mestverwerking waarbij het gehalte aan anorganische stikstof ten opzichte van het gehalte totale stikstof (organisch + anorganisch) moet stijgen. Het productieproces moet leiden tot een voorspelbare samenstelling.
Verliezen van ammoniak tijdens opslag en aanwending moeten worden voorkomen.


Tabel uit het SAFEMANURE-onderzoek met een samenvatting van de vereisten. Mineral N = anorganische stikstof (m.n. ammonium of nitraat), TN = totale stikstof, TOC = totaal organische koolstof, Cu = koper, Zn = zink

Meststoffen die qua productsamenstelling voldoen aan de criteria zijn onder andere mineralenconcentraat, teruggewonnen ammoniumzouten (bijv. ammoniumsulfaat uit stripping-scrubbing-installaties) en andere veelal vloeibare mestfracties die ontstaan bij filtraties uit mest of digestaat.
SAFEMANURE geeft nadrukkelijk aan dat de productie van RENURE in principe niet afhankelijk van de gekozen technologie: het gaat om de productsamenstelling en dat deze voorspelbaar en controleerbaar wordt geproduceerd, maar voor de rest wordt ernaar gestreefd het proces zo open mogelijk te houden.
Wel wordt gesteld dat de meststoffen worden geproduceerd door een vorm van mestverwerking waarbij het gehalte aan anorganische stikstof ten opzichte van de totale stikstof stijgt.


Waarom RENURE?
Nederland vindt het erg belangrijk dat de mogelijkheid om RENURE toe te passen er komt. Het heeft namelijk een aantal grote voordelen ten opzichte van onverwerkte dierlijke mest, met name:

  • de stikstofwerking van de meststof wordt beter;
  • de mogelijkheden voor precisiebemesting worden hoger;
  • hierdoor worden schaarse nutriënten beter benut;
  • en dalen de verliezen naar het water en lucht (bv. nitraat, ammoniak en broeikasgassen);
  • doordat het snel afvoeren van mest uit stallen en het in een emissiearme omgeving te verwerken tot hoogwaardige meststoffen zal de ammoniakemissie verminderen en wordt de vastgehouden stikstof opnieuw in het landbouwsysteem gebruikt.
  • kringlopen kunnen op veel kleinere schaal worden gesloten. Het is minder nodig om grote volumes over lange afstand te transporteren.
  • veehouders voorkomen dubbele kosten: mestafzet en kunstmestaankoop;
  • de CO2-footprint van de voedselproductie wordt lager, door een lager energieverbruik in de keten;

Kortom, de doelen van kringlooplandbouw, circulair en minimale verliezen naar het milieu, komen dichterbij en er kan een economisch voordeel zijn.

In het nieuwe zevende Nitraatactieplan worden deze belangen benadrukt. Zo kan men lezen dat de Nederlandse overheid de productie in drie jaar wil verviervoudigen, van 2,5 miljoen kg N nu tot 10 miljoen kg N in 2025. LNV ontwikkelt hiervoor momenteel ondersteunend beleid, onder andere met een investeringssubsidieregeling voor mestverwerkers om meer RENURE te produceren. Deze regeling zal nog in 2022 voor het eerst open gesteld worden en wordt  gefinancierd uit de stikstof- en de klimaatgelden van de overheid.

De agrarische sector en de Nederlandse overheid streven in deze dus naar hetzelfde doel.

 

Brusselse goedkeuring verloopt traag
Om RENURE-producten te mogen gebruiken als kunstmestvervanger is toestemming van de Europese Commissie nodig. In de Nitraatrichtlijn staat namelijk dat alle producten die uit dierlijke mest worden geproduceerd gezien worden als dierlijke mest. Dat is ook de reden dat bijvoorbeeld het digestaat van co-vergisters volledig als dierlijke mest wordt gezien. Bij RENURE willen we juist het tegenovergestelde: producten winnen uit mest om die als kunstmest te gebruiken. De Nitraatrichtlijn is zeer bepalend voor het Nederlandse mestbeleid, daarom moet deze juridische hobbel samen met de Commissie worden genomen. De Europese Commissie heeft nog geen uitsluitsel gegeven, hoe men de resultaten van het SAFEMANURE-project wil implementeren, maar men neigt naar een landen-specifieke oplossing, zoals we die ook kennen voor de derogatie. Dit betekent dat een lidstaat toestemming moet vragen, en de Europese Commissie voor een bepaalde tijd ontheffing kan geven, en hieraan ook aanvullende voorwaarden aan stellen.

Sinds de definitieve publicatie van SAFEMANURE in 2020 loopt dit traject al en vooralsnog is niet exact te zeggen wanneer de goedkeuring uit Brussel zal worden verleend. De hoop is dat dit in de loop van de zomer zal zijn, maar de zekerheid daarvoor is er allerminst. Het ministerie van LNV agendeert het bij iedere gelegenheid die er in Brussel is, waarbij het doel is om zo snel mogelijk tot positieve besluitvorming te komen.

 

RENURE in Nederland anno 2022
In lijn met de Nitraatrichtlijn is het op dit moment niet mogelijk is om meststoffen die zich (waarschijnlijk) kwalificeren in te zetten als kunstmestvervanger; dit blijft vooralsnog dierlijke mest. In Nederland is er op dit moment wel een tweetal uitzonderingen. Het gaat om de pilot mineralenconcentraat en de pilot Kunstmestvrije Achterhoek. Deze zijn met een jaar verlengd tot eind 2022 en er is besloten vooruitlopend op besluitvorming in Brussel geen nieuwe pilots of experimenten op te starten.

N.B. voor wat betreft ammoniumsulfaat of andere teruggewonnen ammoniumzouten is het goed om te beseffen dat er in Nederland onderscheid gemaakt wordt tussen ‘uit mest gestripte zouten’ en andere ammoniumzouten zoals bijvoorbeeld spuiwater van luchtwassers: wanneer dit uit mest is gewonnen (via stripping-scrubbing) is het in de mestboekhouding dierlijke mest. Wanneer het niet uit mest is gewonnen (hieronder valt ook het spuiwater van luchtwassers) dan is het een overige anorganische meststof. In het eerste geval moet het in de mestboekhouding als dierlijke mest worden meegenomen, in het tweede geval mag het in de kunstmestgebruiksruimte worden geboekt.

 

Introductie RENURE in Nederland
Het ministerie van LNV sorteert op dit moment voor om alles klaar te maken zodat, wanneer de goedkeuring uit Brussel is verleend, de introductie in Nederland zo soepel mogelijk kan verlopen.
RENURE is in feite een nieuwe categorie meststof: geen dierlijke mest, geen kunstmest, maar van beide soorten meststoffen een beetje. In de gebruiksruimte voor telers mag het als kunstmest worden beschouwd, maar eerder in de keten bij de veehouder of mestverwerker lijken deze meststoffen meer op dierlijke mest. Denk aan een geborgde afvoer met VDM’s met wegen en bemonsteren en dergelijke. Ook ten aanzien van het voorkomen van ammoniakemissie (door bijvoorbeeld injectie of onderwerken van de RENURE) zal dat het geval zijn als dat nodig is. Ook het SAFEMANURE-onderzoek geeft aan dat een lidstaat hiervoor maatregelen moet nemen als de geproduceerde meststof gevoelig is voor ammoniakemissie. SAFEMANURE stelt dat dit het geval is als de stikstof in de mest voor minder dan 40% uit nitraat (NO3-) bestaat en wanneer de pH hoger is dan 5,5. In de praktijk is dat vaak het geval. Hoe de Nederlandse overheid deze voorwaarden voor opslag en aanwending gaat uitwerken is nog niet bekend, maar het ligt in de lijn der verwachting dat deze sterk of volledig zullen overeenkomen met die van dierlijke mest, bijvoorbeeld zoals bij de huidige mineralenconcentraten .


Borging via kwaliteitssysteem met certificering
RENURE zijn fracties uit dierlijke mest en dat betekent dat in de borging en handhaving er maatregelen genomen moeten worden. We moeten immers voorkomen dat meststromen als kunstmestvervanger worden gebruikt die er niet voor geschikt zijn.
Het is in deze een zoektocht om enerzijds te garanderen dat de producten de juiste samenstelling hebben, en anderzijds dat de uiteindelijke toepassing door zo veel mogelijk bedrijven kan worden benut. Het moet praktisch en qua kosten/baten interessant zijn! Het economische en maatschappelijke belang is er groot genoeg voor.
Om dit te bereiken werken we in Nederland momenteel aan een kwaliteitssysteem met private certificering. Het idee hierachter is dat de producenten van de RENURE via dit kwaliteitssysteem transparant aantonen dat ze de juiste producten produceren.

Dit is een omvangrijk project. NCM heeft hiervoor een werkgroep samengesteld waarin naast NCM deelnemen: het ministerie van LNV, RVO, NVWA, KIWA Verin, stichting Mestafzetcontrole, LTO Nederland, POV, Cumela en vijf bedrijven die RENURE (willen gaan) produceren. Deze bedrijven komen uit de melkveehouderij, varkenshouderij en mestverwerking.
Inmiddels is aan KIWA Verin de opdracht verstrekt om het certificeringssysteem te gaan bouwen. De bedoeling is dat het systeem kort na de zomer is uitgewerkt.
KIWA Verin is gespecialiseerd in certificeringssystemen en heeft ook de nodige ervaring in de agrarische sector. Zo heeft het een paar jaar geleden Fertigarant ontwikkeld. Fertigarant (www.fertigarant.eu) is het kwaliteitssysteem waarmee mestverwerkers die een dikke fractie produceren een ontheffing kunnen krijgen voor het bemonsteren van elke vracht door de onafhankelijke monsternemer. Hierbij zijn goede ervaringen opgedaan: zowel de deelnemende bedrijven als de overheid (LNV, NVWA) zijn uitermate positief over de waarde en de mogelijkheden.

Bij de certificering van RENURE is de toepassing en de doelgroep veel diverser: het gaat om verschillende soorten meststoffen en er zijn veel meer bedrijven die bovendien divers van aard zijn. Het gaat immers om zowel veehouders, mestverwerkers en loonwerkers, en de bedrijfssituatie loopt veel meer uiteen. Zo zullen er ook bedrijven zijn die de kunstmestvervanger alleen op het eigen bedrijf willen gebruiken. Echter, ook zij zullen moeten aantonen dat de meststoffen aan de juiste criteria voldoen.

 

Grote steun
We zijn verheugd dat er grote steun is om deze belangrijke ontwikkeling mogelijk te maken. Naast een forse inbreng van uren en deskundigheid is er ook financiële ondersteuning voor de te maken kosten. Inmiddels hebben verschillende organisaties een financiële bijdrage toegezegd: stichting Alfa en Omega, het Mestinvesteringsfonds, de mestverwerkers die deelnemen aan de pilots mineralenconcentraat en Kunstmestvrije Achterhoek, negen door ons benaderde leveranciers van technologie (Lely, VP Hobe, Quimpex, Colsen, N2 Applied, Strocon, CCS, Circular Values, Hanskamp), FrieslandCampina, het Landbouw Innovatiebureau (een samenwerking tussen ZLTO en provincie Noord-Brabant), LTO Noord Innovatiefonds, Rabobank en LLTB. Bij het ministerie van LNV moet de formele besluitvorming nog plaatsvinden.

Naast de werkgroep gaan we aan de hand van drie soorten RENURE: mineralenconcentraat, teruggewonnen ammoniumzouten en ‘overige RENURE’ met de praktijk in gesprek om het systeem zo praktisch mogelijk uit te werken.

Als u hier actief een inbreng voor wilt leveren dan kunt u contact opnemen met:
Niels Kanters (LTO Nederland, alle sectoren in de land- en tuinbouw)
Annelies Buijtels (POV,  varkenshouderij),
Jan Roefs (NCM, mestverwerkers) of
Hans Verkerk (Cumela, loonwerkers).

De leveranciers van technologie zijn uiteraard erg belangrijk bij deze uitwerking. Mocht u niet door ons zelf worden benaderd en wilt u als techniekleverancier betrokken zijn, gelieve dan contact op te nemen met Jan Roefs van NCM.

Samenvatting

  • Vanuit de Nederlandse overheid wordt maximaal gelobbyd bij de Europese Commissie om het gebruik van kunstmestvervangers (RENURE) in de kunstmestgebruiksruimte zo spoedig mogelijk toe te staan.
  • De Brusselse toelating zal waarschijnlijk in de vorm van een derogatie plaatsvinden.
  • Het is niet de verwachting dat dit het komende bemestingsseizoen (voor de zomer) al zal lukken.
  • Het ministerie van LNV werkt de implementatie in Nederlandse regelgeving momenteel uit om onnodige vertraging te voorkomen.
  • Een kwaliteitssysteem met private certificering is hiervan een belangrijk onderdeel zodat zowel de borging als de praktische toepasbaarheid zo soepel mogelijk verlopen. Hiervoor is een werkgroep aan de slag met deelnemers vanuit de overheid en het bedrijfsleven.

 

 

Voortgang kunstmestvervangers (RENURE)
Auteur: Jan Roefs
Bron: NCM
Publicatie: 28-01-2022