Informatiedocument 'Groen gas: feiten en cijfers'

De NVDE, de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie, heeft een informatiedocument uitgebracht over groen gas. In dit document: ‘Groen gas: feiten en cijfers’ stelt deze branchevereniging dat groen gas een belangrijke pijler is van de duurzame en circulaire energievoorziening. Voorts geeft NVDE een overzicht van de marktontwikkelingen en gaat het in op een aantal maatschappelijke vragen, onder andere over de duurzaamheid, de CO2-effecten en de noodzaak voor groen gas.
De NVDE stelt dat het potentiële aanbod van biomassa voor gasproductie ruim voldoende is voor de ambities van de Nederlandse overheid in 2030. Zo wordt nu slechts 2% van de mest in Nederland benut voor de productie van biogas, en nog veel minder voor de productie van groen gas. 
Echter: om het te realiseren zal er een enorme, versnelde groei moet plaatsvinden in de sector: Nederland heeft namelijk als doel om in 2030 70 PJ (=20 miljoen MWh, 2 miljard m3) groen gas te produceren, en in 2018 was de productie ervan slechts 5 PJ. Zelfs al alle biogas wordt opgewerkt tot groen gas – zal bij het huidige groeitempo in 2030 slechts een derde van de ambitie worden gerealiseerd.
NVDE gaat niet specifiek in op de nog veel grotere ambitie van 2050.



Het is dus een grote uitdaging om tot verdere ontwikkeling van biogasinstallaties te komen. De belangrijkste potentie zit in het vergisten van mest en in het vergassen van mest en andere stromen als rioolslib, GFT en houtige biomassa. Ze vindt het hierbij belangrijk dat de beschikbare stromen in een ‘cascade’ worden toegepast: biomassa dat geschikt is voor hoogwaardigere toepassingen dan biogas zoals voedsel, voer of materialen mag niet in concurrentie komen met biogasinstallaties.



In de scenario’s van de Nederlandse overheid wordt groen gas ingezet als brandstof voor het zware transport op de weg, als koolstofhoudende grondstof voor producten uit de chemische industrie (o.a. kunstmest) en voor verwarming van woningen en andere gebouwen in buitengebieden en stadskernen. Voor de toepassing voor verwarming wordt gerekend met een combinatie van een elektrische warmtepomp in combinatie met een HR-ketel op groen gas die alleen op de koude dagen wordt ingezet.

Groen gas is een relatief gemakkelijke en goedkope optie omdat het eenvoudig inpasbaar is in de bestaande aardgasinfrastructuur. Deze lagere logistieke kosten worden op dit moment niet meegenomen in afwegingen ten aanzien van bijvoorbeeld SDE+.
Bovendien stelt men dat door opschaling en technologische innovatie de kosten van groen gasproductie kunnen halveren. Op dit moment is het produceren van groen gas overigens duurder dan het winnen van fossiel aardgas.



Digestaat als meststof
In het document wordt ook kort ingegaan op de mogelijkheden van digestaat als meststof in de landbouw. Hierin staat een aantal beweringen die NCM niet deelt.
Gesteld wordt dat het effect op de koolstofbalans in de bodem op langere termijn gelijk zal zijn als van onbehandelde dierlijke mest. Er wordt hierbij verwezen naar een proef van één jaar. Op basis van deze proef kan men geen uitspraken doen. Het verschil in aanvoer van organische stof tussen digestaat en onbehandelde mest zal op langere termijn waarschijnlijk niet groot zijn. Op kortere termijn, waar de snel werkende organische stof een functie heeft voor het voeden van het bodemleven, is er waarschijnlijk wel degelijk een verschil, ten faveure van niet vergistte mest.

Verder wordt er verwezen naar twee veranderingen in Europees beleid voor de nabije toekomst. Gesuggereerd wordt dat digestaat zal voldoen als vrij te verhandelen meststof met een CE-markering, volgens de EU meststoffenverordening. Het is onwaarschijnlijk dat digestaat zonder verdere verwerking tot andere meststoffen hieraan zal voldoen.
Verder wordt verwezen naar kunstmestvervangers (RENURE). Het is ook onwaarschijnlijk dat digestaat zonder verdere verwerking hieraan zal voldoen, afgaande op de resultaten van het SAFEMANURE-onderzoek.

‘Driedubbele inzet van sector en beleid’
De NVDE stelt in het document dat er bij de huidige ontwikkeling van de sector slechts een derde van de ambitie van het Klimaatakkoord wordt bereikt. Er is dus een grote inspanning nodig. Belemmeringen zitten volgens NVDE in een aantal factoren:
  • Omgevingsvergunningen komen moeilijk tot stand. De doelstelling op landelijk niveau strookt vaak niet met bezwaren op lokaal niveau.
  • Financiering van projecten kan moeilijk zijn omdat er onvoldoende zekerheid is op langere termijn. Zo kunnen SDE-tarieven veranderen tijdens de vaak lange voorbereidingstrajecten van projecten, en is er te veel onzekerheid over de aanvoer van grondstoffen. Leveranciers van mest en van andere reststromen binden zich niet graag voor langere termijn tegen vastgestelde vergoedingen.
  • De sector gaat gebukt onder een zweem van fraude en ondoorzichtigheid, en in ieder geval de perceptie ervan. Hoewel er – onder anderen door meer eenduidigheid in regelgeving en handhaving – veel is verbeterd, stelt NVDE dat meer professionaliteit en transparantie nodig is. Vanuit de sector zelf wordt toegewerkt naar één branchevereniging (nu zijn het er drie) en wordt er een verkenning uitgevoerd om tot een gedragscode te komen.
  • Belangrijke nieuwe technologieën zijn niet volledig uitontwikkeld, en hebben hiervoor ondersteuning nodig.
Volgens NVDE is een samenhangend beleidspakket nodig om de productie van groen gas te vergroten naar de ambitie van 70PJ in 2030.

Het volledige document is te vinden op de website van NVDE.

Informatiedocument 'Groen gas: feiten en cijfers'
Auteur: Jan Roefs
Bron: NVDE
Publicatie: 28-05-2020