Vlaamse studie naar herkomst van ammoniak
Ammoniak kan in de lucht terechtkomen door verbranding of vervluchtiging. Het uitstootproces beïnvloedt de samenstelling van ammoniak. Elk brontype heeft in principe een eigen ‘vingerafdruk’ voor stikstofisotopen. Wetenschappers kunnen een onderscheid maken tussen ammoniak uit verbrandingsprocessen vanuit het verkeer, de industrie of door huishoudens en ammoniak dat ontstaat via vervluchtiging vanuit de veehouderij of compostering van groenafval.
In 2026 bemonstert de VMM ammoniak op 19 plaatsen in Vlaanderen. Er wordt gemeten nabij snelwegen en in steden, natuurgebieden en landelijke regio’s om veel verschillende mogelijke brontypes te omvatten. De onderzoekers bepalen ook de ammoniakale stikstof in fijn stof en regen. De Universiteit Gent doet de chemische analyse. TNO bemonstert de ammoniakuitstoot bij 30 uiteenlopende bronnen en verwerkt alle metingen. De resultaten worden verwacht in de zomer van 2027.
De emissie-inventaris lucht van de VMM schat de ammoniakuitstoot nu grotendeels in op basis van methodieken zoals beschreven in de Europese richtlijnen. De ammoniakemissie per bron en per sector wordt bepaald op basis van activiteitsdata en rekenfactoren. Hieruit blijkt dat de landbouwsector verantwoordelijk is voor het grootste deel van de ammoniakuitstoot.
Deze huidige methodiek verschilt sterk van een benadering op basis van isotopen. De kwaliteit en de volledigheid van de emissie-inventaris lucht wordt jaarlijks onderworpen aan internationale reviews. Met de studie die nu van start gaat, blijft de VMM inzetten op een betrouwbare onderbouwing van het stikstofbeleid.