Kwaliteitssysteem RENURE overgedragen aan Stichting Mestafzetcontrole

De toelating van RENURE (kunstmestvervangers) is een stuk dichterbij gekomen, sinds de aankondiging ervan door de Europese Commissie op 19 april jl. Dit is een belangrijke en goede stap om tot een betere waterkwaliteit en korter gesloten kringlopen te komen. Maar hoe werkt dat in de praktijk? Hoe zorgen we ervoor dat de goede kwaliteit wordt geproduceerd? En hoe garanderen we dat, zonder dat er een groot beroep wordt gedaan op toezicht en handhaving door de overheid? En hoe houden we dit praktisch en betaalbaar voor boeren, tuinders en mestverwerkers, en ook voor de overheid? Hiervoor is een kwaliteitssysteem ontwikkeld. Op 4 juli is dit officieel in handen gekomen van regelinghouder Stichting Mestafzetcontrole.
RENURE
Een boer of tuinder heeft in de bemesting twee gebruiksnormen voor stikstof: een totale gebruiksnorm die afhankelijk is van het gewas (met verschillen tussen verschillende regio’s in Nederland), en binnen deze totale stikstofgebruiksnorm een maximum van 170 kg uit dierlijke mest. Met derogatie mag een groter deel van die totale norm worden ingevuld met dierlijke mest, maar zoals bekend wordt die afgebouwd. In de praktijk betekent dit dat veehouders en gebieden een mestoverschot hebben, en tegelijkertijd stikstof uit kunstmest aankopen om de gewassen naar behoefte te laten groeien.

RENURE is de officiële term voor kunstmestvervangers. Het staat voor REcovered Nitrogen from manURE (teruggewonnen stikstof uit mest). Het zijn stikstofhoudende fracties uit mest die een vergelijkbare werking hebben als minerale kunstmest: in de werking voor de gewassen en voor het risico op nitraatuitspoeling. Hiervoor is een mestbewerkingsproces nodig waarbij de anorganische stikstof (vooral ammonium) wordt afgezonderd van de organische gebonden stikstof.
Door mest op deze manier te bewerken worden er twee meststoffen gemaakt die een betere benutting en minder verliezen naar het milieu geven: RENURE geeft geen hoger risico op nitraatuitspoeling dan kunstmest, maar ook de resterende mest werkt beter, omdat hier uitsluitend de langzamer vrijkomende organisch gebonden stikstof in zit. Hierdoor kan je preciezer bemesten met een hogere benutting en lagere verliezen naar het milieu. Door RENURE als kunstmestvervanger te gebruiken blijven nutriënten in de regio en voorkomen veehouders dat ze dierlijke mest moeten afvoeren en kunstmest moeten aankopen.

Op 19 april heeft de Europese Commissie aangekondigd RENURE te willen erkennen. Dit voorstel was nog een concept. In de tussentijd heeft een publieke consultatie plaatsgevonden (hier hebben 180 organisaties en personen op gereageerd, klik hier voor de reactie van NCM) en is het voorstel een keer in het Nitraatcomité (een belangrijke ambtelijke werkgroep van specialisten van de overheden van de lidstaten) besproken. De Europese Commissie is momenteel deze reacties aan het bestuderen, waarna een mogelijk aangepast voorstel opnieuw in het Nitraatcomité zal worden besproken. De inzet van LNV is om per 1 januari 2025 RENURE definitief ingevoerd te hebben.
In het gerelateerde artikel kunt u de voorwaarden in het voorstel van de Europese Commissie lezen.


Kwaliteitssysteem met private certificering
In de praktijk betekent het dat dierlijke mest wordt opgesplitst in twee fracties: RENURE en dierlijke mest. De bedoeling is dat dit ook op boerderijschaal mogelijk wordt, waarbij beide meststoffen op het eigen bedrijf kunnen blijven. Dan is de vraag: hoe laat je zien dat de RENURE volgens de voorwaarden wordt geproduceerd?
Hiervoor is op initiatief en onder leiding van NCM een kwaliteitssysteem met private certificering ontwikkeld. Een werkgroep bestaande uit deskundigen van LNV, RVO, NVWA, Cumela, LTO Nederland, POV en uit de praktijk (mestverwerkers, veehouders) heeft hiervoor de opdracht gegeven aan KIWA Verin.
De opdracht was om een kwaliteitssysteem op te zetten dat zo breed mogelijk toepasbaar is: ten aanzien van de toegepaste technieken maar ook ten aanzien van de verschillende doelgroepen: veehouders, mestverwerkers, loonwerkers met mobiele installaties e.d. Ook moest het voldoende flexibel zijn zodat aanpassingen eenvoudig kunnen worden doorgevoerd.

Het opzetten van het kwaliteitssysteem is mogelijk gemaakt door donaties van:
• Het ministerie van LVVN, toen nog LNV
• Stichting Alfa en Omega
• het Mestinvesteringsfonds
• FrieslandCampina
• het Landbouw Innovatiebureau (een samenwerking tussen ZLTO en provincie Noord-Brabant)
• LTO Noord Innovatiefonds
• Rabobank
• LLTB
• de mestverwerkers die deelnemen aan de pilots mineralenconcentraat en Kunstmestvrije Achterhoek
• Technologieleveranciers: VP Hobe, Quimpex, Colsen, N2 Applied, Lely, CCS, Circular Values, Hanskamp
En door alle vrijwillige bijdragen van NCM en de andere leden van de werkgroep, in de brede klankbordbijeenkomsten, tijdens bedrijfsbezoeken en anderszins. Waarvoor nogmaals onze dank.

Waarom een kwaliteitssysteem?
Een kwaliteitssysteem is belangrijk omdat het vertrouwen geeft. Je borgt de kwaliteit en de geproduceerde volumes en dat is een manier om je te onderscheiden in de markt. Tevens worden de kosten voor toezicht en handhaving zo laag mogelijk.
Bij de opzet is het voortdurend zoeken naar een evenwicht tussen lage kosten voor deelnemers enerzijds en voldoende zekerheid anderzijds. Het is zaak dat het systeem iedereen voldoende comfort geeft: voor bedrijven dat het praktisch en qua kosten te doen is, en voor de toezichthouder dat hij ziet en vertrouwt dat RENURE volgens de voorwaarden wordt geproduceerd.

Voor het ministerie van LNV wordt het systeem een belangrijk onderdeel van de invoering van RENURE in de praktijk. Op welke manier dit in de regelgeving zal gebeuren – voor zowel producenten als gebruikers – wordt momenteel uitgewerkt, waarbij er alles op gericht is om op 1 januari 2025 van start te kunnen gaan.


De opzet van het kwaliteitssysteem
Een belangrijke motivatie om het kwaliteitssysteem voor RENURE op te pakken was de goede ervaring die is opgedaan met kwaliteitssysteem Fertigarant (www.fertigarant.eu). Dit systeem geeft mestverwerkers die een dikke fractie produceren een vrijstelling van de onafhankelijke vrachtbemonstering (voor iedere af te voeren vracht moet normaal gesproken een onafhankelijke monsternemer komen voordat de vracht mag worden afgevoerd). In de praktijk werkt het systeem zo goed dat de deelnemers ook een vrijstelling krijgen van de overheid van de stikstof- en fosfaatanalyse per vracht; het systeem geeft dus zo veel vertrouwen dat het volstaat om met de informatie uit het kwaliteitssysteem te werken.

Ook voor RENURE is nu dus een kwaliteitssysteem opgezet.
Een producent van RENURE wordt de deelnemer. Dat kan een veehouder zijn of een mestverwerker. Hierbij kan een veehouder eventueel ook een loonwerker inschakelen die bepaalde apparatuur heeft om RENURE te maken. Aanmelden gebeurt bij de regelinghouder: stichting Mestafzetcontrole (zie later).

Om deelnemer te worden doorloopt een producent eerst een entree-audit. Hierbij moet duidelijk worden dat er een techniek wordt gebruikt die in staat is om RENURE te produceren. Hiervoor wordt een positieflijst opgesteld. Wil de deelnemer een andere techniek gebruiken? Dan kan hij of de leverancier van de techniek zich aanmelden om opgenomen te worden op deze positieflijst. Een concept van de voorwaarden om als techniek op deze lijst te komen is besproken tijdens een van de klankbordbijeenkomsten waar een aantal van deze bedrijven voor waren uitgenodigd.
Naast de productietechniek moet tijdens de entree-audit ook duidelijk worden en zeker zijn dat de RENURE apart wordt opgeslagen.

Is een bedrijf toegelaten als deelnemer, dan mag hij een keurmerk voeren en de producten als zodanig afzetten. Tijdens deelname moet een deelnemer zorgvuldig volgens een bepaald protocol de geproduceerde volumes monitoren en transparant vastleggen. Een onafhankelijke monsternemer komt op gezette tijden en eventueel ook onaangekondigd monsters nemen uit de eindopslag om zekerheid te krijgen over de samenstelling.

Er zijn twee modules opgesteld:
• Module A waarbij wordt aangetoond dat RENURE wordt geproduceerd
• Module B: aanvullend als aan A wordt voldaan om vrijstelling te krijgen van vrachtbemonstering. Dit is bedoeld voor bedrijven die op grotere schaal RENURE willen verhandelen.

De audits kunnen worden uitgevoerd door certificerende instanties (CI’s) die zich hiervoor kunnen aanmelden bij de regelinghouder. Ook voor hen zijn erkenningsvoorwaarden opgesteld. Bedrijven die geïnteresseerd te zijn om CI te worden kunnen wij in verbinding brengen met de juiste contactpersonen.

Overdracht van NCM naar Stichting Mestafzetcontrole
In opdracht van NCM heeft KIWA Verin de afgelopen twee jaar het certificeringssysteem gemaakt. Het is echter stichting Mestafzetcontrole die hiervan de eigenaar en beheerder wordt. 
Deze stichting is lang geleden opgericht om mesttransporten te coördineren wanneer er problemen zijn met besmettelijke dierziektes. De belangrijkste taak is tegenwoordig echter het beheren van kwaliteitssystemen voor een geborgde afzet van dierlijke mest.
Hiervoor is het onder andere regelinghouder van het eerdergenoemde Fertigarant. Op 4 juli is het ontwikkelde kwaliteitssysteem voor RENURE-productie officieel overgedragen van NCM naar stichting Mestafzetcontrole. Dit betekent dat ze de eigenaar zijn geworden en daarmee verantwoordelijk zijn voor het beheer van het systeem, het afgeven van deelnemerscertificaten en het beheer van het register van deelnemers, het benoemen van certificerende instanties, het overleg met het ministerie van LVVN en met de Raad van Accreditatie, het beheer van een nog op te zetten website, en andere taken.

De stichting heeft een bestuur bestaande uit afgevaardigden van LTO Nederland, POV, Cumela, Transport en Logistiek Nederland en een onafhankelijk voorzitter. Het bestuur wordt geadviseerd door een College van Deskundigen. Voor Fertigarant is er al zo’n college en voor de certificering van RENURE wordt een tweede college van deskundigen ingesteld. Daarnaast is er een geschillencommissie, mochten er situaties ontstaan waar deelnemers in beroep willen gaan tegen besluiten van het bestuur. Het secretariaat van de stichting wordt gezamenlijk gevoerd door Cumela en LTO Nederland.


Vervolg
Het is nu wachten op definitieve besluitvorming door de Europese Commissie. Als de definitieve voorwaarden bekend zijn zullen de normvoorschriften in het kwaliteitssysteem hierop worden aangepast.
Het ministerie van LVVN werkt momenteel aan de implementeren van RENURE in de Nederlandse situatie, waar dit kwaliteitssysteem belangrijk bij is.
Het bestuur van de Stichting Mestafzetcontrole stelt op korte termijn een College van Deskundigen in. De verwachting en hoop is dat begin 2025 het eerste certificaat voor een deelnemer kan worden afgegeven.



Links: de overdracht van het kwaliteitssysteem aan de regelinghouder. V.l.n.r. Ruud Huirne (voorzitter van stichting Mestafzetcontrole), Jan Roefs (NCM) en Geralda Hop (KIWA Verin).

Rechts: het bestuur van Stichting Mestafzetcontrole. V.l.n.r. Eric Stiphout (POV), Ruud Huirne (onafhankelijk voorzitter), Jan Roefs (NCM, geen bestuurslid), Frank van den Eijnden (Transport en Logistiek Nederland), Johan Mostert (Cumela). Bestuurslid Joris Baecke van LTO Nederland was verhinderd.
Auteur: Jan Roefs
Publicatie: 05-07-2024