Vlaamse mestverwerkingsector moet emissies reduceren

In het stikstofakkoord van spraken de coalitiepartijen in de Vlaamse regering in maart van dit jaar met elkaar af dat de 18 mestverwerkers met de grootste impact in Vlaanderen hun emissies met 30% zouden moeten reduceren. In het ontwerp decreet staat zelfs dat die verplichting voor alle mestbewerkers en -verwerkers gaat gelden.

De mestverwerkingssector in Vlaanderen stoot jaarlijks circa 1.000 ton ammoniak uit. Van de 120 bedrijven zouden de 20 grootste installaties circa 98% van die uitstoot veroorzaken. Twee piekbelasters moeten hun activiteiten uiterlijk in 2030 stoppen. In het scenario dat de Vlaamse regering in maart heeft presenteerde in de definitieve Programmatische Aanpak voor Stikstof om de ammoniakuitstoot met 40% terug te dringen, wordt de uitstoot van de 18 mestverwerkers die de grootste impact hebben met 30% gereduceerd.


In het voorstel van decreet staat nu echter dat niet alleen de 18 mestverwerkers met grootse impact reducties in de emissie moeten doorvoeren, maar dat alle mestverwerkingsinstallaties, behalve installaties met enkel bedrijfseigen mest en installaties met een capaciteit kleiner dan 1000 ton, maatregelen moeten treffen. De ammoniakemissie van de mestverwerkingsinstallaties die vergund zijn voor de datum van inwerkingtreding van het decreet moet tegen 31 december 2030 met 30% gereduceerd zijn ten opzichte van 2015. Wanneer de mestverwerker nog niet operationeel was in 2015, zal vergeleken worden met de ammoniakemissie van 2021.


Als eerste stap om de beoogde ammoniakemissiereductie te bekomen, wordt verwacht dat elke exploitant van een mestverwerkingsinstallatie minstens één emissiereducerende maatregel implementeert. Welke maatregelen daarbij geaccepteerd worden, is onduidelijk. In het ontwerp-decreet is geen lijst met emissiebeperkende maatregelen of technieken opgenomen. De Vlaamse stelt dat het onhaalbaar is om te werken met een dergelijke lijst omdat de mestverwerkingssector zeer heterogeen is. Van bedrijven wordt verwacht dat ze via maatwerk en in samenspraak met de exploitant tot een plan van aanpak te komen, om tegen 2028 reducties te realiseren en zo de doelstelling te behalen.


De mestverwerkingssector wordt niet de keuzemogelijkheid geboden om een emissiereductie in ammoniak te realiseren door een capaciteitsvermindering. De reden hiervoor is dat er momenteel geen emissiefactoren beschikbaar zijn per type mestverwerkingsactiviteit of gerelateerd aan een verwerkingscapaciteit. Er kan dus niet op voorhand ingeschat worden hoeveel emissiereductie dit zou inhouden omdat hierover geen gegevens beschikbaar zijn.


In 2028 zal er een controle uitgevoerd worden of de vereiste ammoniakemissiereductie gerealiseerd is. Wanneer de beoogde reductie niet gehaald wordt door de sector, zal de Vlaamse regering extra maatregelen nemen. Deze kunnen worden opgelegd aan mestverwerkingsinstallaties, die minder dan 30% emissiereductie gerealiseerd hebben en waarvan de impactscore hoger is dan een nog door de Vlaamse regering te bepalen minimale impactscore.

Bron: VILT, 29/09/2023
Publicatie: 02-10-2023